Naar een nieuwe koers voor Nederland in het Israëlisch-Palestijnse conflict

De escalatie van het Israëlisch-Palestijnse conflict in de Gazastrook en de internationale reacties daarop hebben het afgelopen jaar geleid tot nieuwe humanitaire, politieke en internationaalrechtelijke dieptepunten. Het grootschalige menselijke leed, de verslechterende situatie op de Westelijke Jordaanoever en de toenemende polarisatie in de samenleving vormden voor de AIV de aanleiding om een briefadvies voor de Nederlandse regering en het parlement op te stellen. De verdere escalatie in de regio, met name in Libanon en tussen Iran en Israël, evenals de strategische gevolgen voor Nederland en Europa, hebben de urgentie van dit advies vergroot.

Over het advies

In dit briefadvies concludeert de AIV dat externe internationale druk en diplomatie noodzakelijk zijn voor de-escalatie en conflictoplossing, maar dat deze druk tot nog toe veelal ontbreekt. De AIV buigt zich over de vraag hoe Nederland, met de relatief bescheiden middelen die het daartoe beschikbaar heeft, zijn beleid kan herijken. Nederland kan bijvoorbeeld effectiever bijdragen aan de-escalatie en duurzame conflictoplossing, aan het indammen van de huidige (regionale) geweldsspiraal en radicalisering, en aan het tegengaan van schendingen van het internationaal (humanitair) recht en schendingen van de mensenrechten die met het conflict gepaard gaan.

De door de AIV voorgestelde herijking van het Nederlandse beleid beoogt een effectievere en geloofwaardigere invulling van de rol als 'kritische vriend van zowel Israël als de Palestijnen'. Hierbij pleit de AIV voor het aangaan van coalities met gelijkgestemde landen, zowel binnen als – waar mogelijk – buiten de EU. De nieuwe koers richt zich bovendien op de concrete aanpak om deze doelstellingen te verwezenlijken. De AIV presenteert daartoe een aantal overkoepelende beleidsuitgangspunten en doet aanbevelingen die in samenhang en gedetailleerd in het advies worden uitgewerkt:

  • het mitigeren van het risico op een regionale oorlog in het Midden-Oosten;
  • het realiseren van een staakt-het-vuren in Gaza en Libanon;
  • het strikter naleven van internationaalrechtelijke verplichtingen;
  • het actief bevorderen van een tweestatenoplossing, inclusief mogelijke erkenning – bij voorkeur in coalitie met gelijkgezinde landen – van een Palestijnse staat;
  • het indammen van terrorisme en radicalisering;
  • het tegengaan van de negatieve gevolgen van het conflict in ons land.